Ace Carver here, P.I.
An APB was issued on the
Indo-Instro-rock web site for information in connection with senior
delinquents. Possibly still playing rock’n roll somewhere in violation of
parole.
You know, I haven’t always been the
hardboiled gumshoe that I am today. Once a pock-faced teenager with eighty-proof
hormones rushing through my veins, more moons ago than I would care to
divulge.
So I figure, I better fess up now
voluntarily, before it gets ugly……
Nu een washed-up, over-the-hill rock ‘n roller uit 1960, die week-ends
lead guitar speelde in dat kleine obscure dans schooltje van meneer
Timmer in Den Haag wat tussen ons nozems beter bekend stond als the “Embers
Club”. Waar de Room Rockers ons met enkele jaren vooraf zijn gegaan
en in deze club ook hun genesis hadden. Robbie Latuperisa zat op de Da Costa
school waar hij af en toe, tussen gigs in Duitsland, een paar klassen kwam
bijwonen en ons op de hoogte hield van de “Biz.” Als mijn geheugen
goed is heeft hij zijn studies uiteindelijk afgebroken en besloot ‘swerelds
sombere nachten wat op te vrolijken met muziek. Voor mij zijn deze
extra-curriculaire bezigheden oorzaak geweest dat ik als een baksteen ben
gezakt.
Van onze school kwamen verder Dickie de
Hoog (lead guitar, nu in
Het versieren van muziek instrumenten
ging met kunst en vliegwerk. Een part- time job bij de
gebroeders Metselaar van Toko Ajoe was net voldoende om de onkosten van
mijn Puch brommer (with ape hangers en potje) en mijn uit-jes te
financieren.
De ouders van Ronnie waren Evangelisten
die voor de kerk een Hoeffner gitaar hadden gekocht met een Geloso versterker
erbij. Dat kwam stiekem goed van pas.
Eddie “Skinny Minnie” Haighton kwam van
de vaart terug met een azuur-blauw gekleurde Fender guitar en Echolette. De
grammofoon platen van de laatse top hits uit Amerika vielen ook beter in smaak
dan “oldies but goodies”. Hij heeft mij op een keer uitzinnig blij gemaakt met
een Wrangler spijkerbroek. Die waren hier alleen te krijgen bij Maison de
Bonneterie op speciale bestelling.
Dit mode huis en
Via via hoorden we over een meisje die
haar eigen drumset had. Een drum- set! Dat was het belangrijkste. Maar een
meisje erachter? Daar hadden we nog nooit van gehoort. Winnie d’Ancona, aldus
onze drumster, bleek echt talent te hebben en deed voor geen jongen onder. Haar
beat bracht zelfs Skinnie Minnie aan het gojang. Rudy Liauw was ook van de
partij en Ronnie Robert was terug uit Duitsland dus zo begon jamming at the
Embers.
Voor de ouwe heer Timmer was dit een
extra inkomen. Hij verkocht kaartjes bij de deur en kratjes Cola stonden naast
hem in de gang. Als we de week-ends een uitvoering gaven hoefden we de
zaalhuur niet te betalen.
Al eerder had Ronnie aangemonsterd bij
Theo Boers en “The Canaries”. Zo hoopte hij de militaire dienst te
ont-vliegen……In het nocturne leven, ergens op de buehne in Duistsland waar hij
buiten de greep van de MP’s dacht te blijven.
Hij had echter niet gerekend op z’n
moeder, voor iedereen “tante Ip”, voorgangster van de Pinkster gemeente, met
oom Bernard en de Heer aan haar zijde. Resoluut als een pitbull zal ze zoonlief, al
spartelend uit het slijk van de Goethestrasze in Muenchen onttrekken om hem bij
de poort van de kazerne af te droppen. En voor twee lange jaren zal hij
‘smorgens met muziek in de oren worden gewekt…………..De reveille!
Hopelijk zou de drill-sergeant hem het
verslapen afleren zodat hij zondags op tijd in de kerk komt. Maar dat was
achteraf gezien teveel gevraagd.
Deze
missie om Ronnie uit de greep van de wereld te redden moest gebeuren met hun
ouwe blauwe Volvo. Die reed nog prima al kon je hier en daar de straatstenen
door de vloer heen zien. Richard en ik werden gepaaid om mee te komen.
Waarschijnlijk in de hoop dat wij Ronnie van z’n verkeerde gang konden
overtuigen.
Wij
sleepten en passant nog een hitch-hiker mee die een vrij tripje naar Duitsland
niet afsloeg; Allemans vriend en bon vivant Jackie van Rooyen die niets had mee
te nemen want al het benodigde zou hij wel versieren. Er was trouwens geen
plaats meer want we waren bepakt en gezakt met segala lemper en rotti kukus,
rijst in een bunkusan om het warm te houden en enkele bijgerechten met
sambalans, en zo begonnen we onze trek naar
Toevallig speelden daar vier Indo bands op een rijtje: Oety en z’n
Real Rockers, The Black Dynamites, de “The Java-lins” en de Canaries. Wij
vonden de “Canaries” in de Rhumba-bar. Een duistere gelegenheid waar, bij het
binnen komen de zware bier-lucht tegen je gezicht sloeg. Een gevederde canarie
zou hier subiet van z’n stokje vallen. De plaats was druk bezet met een mélange
van amerikaanse GI’s enerzijds en leden van het edele ras anderzijds, die zo nu
en dan hun verschil van mening hieromtrent met de nodige klapjes bijzetten.
Over de groupies zullen we het maar
niet hebben en daar blijf ik bij. Invoking my fifth amendment right; Statute of
limitation notwithstanding.
Na het spelen, meestal vier uur in de
morgen, was er de gebruikelijke kumpulan om ergens te eten. Op een keer
kwam Harry Koster van de B’Ds bij Ronnie zitten om zijn hart uit te
storten. Hij zat in de puree want z’n pianist had opgezegd. “Wel”, zei Ronnie,
“Richard is hier, waarom neem je hem niet”. Richard zat aan de andere kant en
gooide blikken naar Ronnie van “wat doe je me nou aan!” Want Richard had nog
nooit op een podium gestaan en dansen vond hij koelie werk. Harry kon er wel
wat van maken en het leger had hem al wat slag-vaardiger gemaakt,....... in de
cantine; daar was het d’r op of geen vreten!
Long story short; Ronnie kwam mee naar
huis en Richard bleef in Duitsland